Hong Kong, woensdag 29 juni 2011

Na een prettige vlucht (Qantas is okay) met de bus van Hong Kong Airport naar Kow Loon, naar het hostel. Met de bus is leuker dan met de airport express (trein) omdat je dwars door de stad rijdt en de trein gedeeltelijk onder de grond rijdt. Bovendien is de bus goedkoper, HK$ 33 en de trein HK$ 88. (tegen de huidige koers resp. Ca. 3 en 8 euro). Bij het uitstappen word ik overspoeld door runners die mij een nog beter en goedkoper hostel proberen aan te smeren. Een enkeling is zelfs zo brutaal om te vertellen dat hij mij komt ophalen voor het door mij geboekte hostel. Twee heren worden zo vervelend dat ik met stemverheffing en hele boze blik "NO" moet schreeuwen. Dat helpt en ik kan ongehinderd het Maple Leaf Guesthouse op de 12e verdieping van Chung King Mansion opzoeken. Kamertje precies zoals het hoort in HK; piep en piepklein. Maar nieuw en kraakhelder. Alsof ik dat laatste echt belangrijk zou vinden. De vorige keer heb ik in USA hostel geslapen in Mirador. De mansions zijn hele grote gesloten blokken met een of meer binnenplaatsen. En op de begane grond een soort winkelcentrum met van alles en nog wat. Vooral kleine winkeltjes en eethuisjes. En de woningen liggen dan op de verdiepingen rondom de binnenplaatsen gegroepeerd. Overigens niet alleen woningen maar ook bedrijfjes en hostels. In de avond over de markt in Temple street gewandeld. Gekeken, aangesproken en nog meer gekeken. En in een steegje lekker gegeten. Terug nat geworden want het is hier moesson en dan hoort het bewolkt te zijn en te regenen. Maar wel een graad of 30 dus. Bovendien regent het niet constant.Op tijd naar mijn hokje. Dat wel. Geen jetlag maar wel lekker geslapen.

 

Hong Kong, donderdag 30 juni 2011

De dag begint met de Star Ferry, naar Hong Kong Island. Dat blijft een belevenis, deze prachtige oude veerboten. Wat doelloos maar zeker niet vreugdeloos stap ik in een willekeurige tram. Op weg naar het eindpunt. Het is toch een andere lijn dan ik bedoeld had dus van het eindpunt weer naar een andere tram gewandeld die zijn (of is het haar) eindpunt heeft in Shan Kei Wan. In de tram op het bovendek (de trams hier zijn net als de bussen dubbeldekkers) word ik aangesproken door de mannelijke helft van een ouder echtpaar. Hij, in verstaanbaar Engels, wil weten waar ik vandaan kom. Ah, Halland... daar was hij ook vaak geweest want hij was vroeger “seaman” en had op een Britse tanker gevaren van de Perzische golf naar Rotterdam. Good city, en ze hadden daar trams, net als hier, in Hong Kong. In Shan Kei Wan over de markt geslenterd en een mes gekocht voor 8!!! Cent (omgerekend) om fruit te schillen. Niet vergeten het mes op tijd te laten liggen of aan aan Andrea te geven. Anders word ik op het vliegveld in de boeien geslagen. En natuurlijk ook het fruit gekocht. Daarna in een restaurant gegeten, een grote kom heerlijke noodle soup met Chinese thee. Samen HK$ 20, nog geen 2 euries. De cappuccino in Mc Donalds kost ietsje meer dan een hele lunch. Mc Do. Vanwege het gratis internet.

Om vier uur naar het consulaat waar ik koffie ga drinken met Lonneke, zusje van mijn student Ramon, die ik vorig jaar hier had ontmoet. Waarom ik hier bij stil sta is omdat Lonneke een weergaloos uitzicht heeft op de haven van Hong Kong vanaf de 57ste (!!) verdieping van het gebouw waar het NL consulaat gevestigd is. Echt, zo’n kantoor had ik nog nooit gezien. PS: koffie met stroopwafels; dank je wel Lonneke.

Het leven is eten en drinken en dus daarna met Maarten en Andrea in Lan Kwai Fong, de uitgaanswijk van Hong Kong, aan de biertjes, dat wil zeggen alleen Maarten en ik, want Andrea is inmiddels met zijn tweeen. Vervolgens meer biertjes en eten (Thai). Uiteindelijk zij de ferry naar Park Island en ik de Star Ferry naar Kow Loon. Prima dag. Zo mogen er meer volgen. 

Hong Kong, vrijdag 1 juli 2011

Winkelkijk-, wandel-, eet- en drinkjesdag. Met de MRT, metro, naar Sham Sui Po station. Een drukke winkelwijk met markten en kleine winkeltjes maar zonder toeristen. Een Mall met (goedkope) ICT spullen. Moeten we ook zijn want Maarten moet wat kabels hebben. Een viswinkel, geen gewone maar afgeladen met Koi Karpers. Ik weet de prijzen in Holland niet maar hier kosten de grote Koi’s zo rond de 1000 HK$, zo’n 90 Euries. Heel wat meer dan hun familieleden die op de markt liggen te wachten op het grote hakken, bakken en bikken. 

En dan is het plotseling lunchtijd. Op naar het door Andea aanbevolen dimsum restaurant; en ja hoor, hordes mensen voor de deur met een nummertje. Dan moet het wel heel erg de moeite waard zijn denk ik. Enfin de wachttijd kan wel eens oplopen tot bijna een uur en daarom met nummertje maar weer op weg om bij Mac Donalds koffie te drinken. Tenminste ik koffie, Maarten coca cola met soft ijs. Kennelijk een nieuwe tred hier. 

nummertje trekken en wachten

nfin, uiteindelijk eten we er goed van en daarna drinken we wat en drinken we nog wat. En toch niet saai. Eerst in een restaurant aan een park omdat de bar die google maps aangeeft 3 keer niets is. In het restaurant slagen we er in de bediening te overtuigen dat we niet willen eten, zelfs geen dim sum. Alleen drinken, biertje. Dus krijgen we bier en thee. In een hoek van het restaurant zit personeel luidruchtig en bloedsnel mahjong te spelen. Okay, nog een laatste kroeg dan; veel zwart, banken en stoelen, ook zwart. En (veel) rokende chinezen. Happy hour, een set (5 flesjes) voor weinig. Dan weer op weg, naar Park Island op Ma Wan, waar Maarten en Andrea wonen. Aan het strand het laatse avondmaal genoten. Alweer Thai. Niets mis mee, lekker. Een paar laatste foto’s van de Tsing Ma Bridge en dan de bus in naar het vliegveld. Daar de Octopus card (OV chipkaart waar je ook bij de bakker en Mac Do kan betalen) ingeleverd. Zegt het meisje streng: You have to pay seven dollah. Okay, I know. Rip uit mijn lijf; pakweg 65 eurocent voor de borg.

Nu, het is inmiddels 2 juli geworden, zit ik in te kloppen op het vliegveld van Hong Kong, waar ik op een vertraagde vlucht naar Cebu (Filippijnen) zit te wachten. De verwachte vertrektijk staat nu op 02:40. Is dus nu ruim een uur te laat. Is niet erg want in Cebu heb ik tijd zat om over te stappen op het vliegtuig naar Bacolod. In Bacolod word ik afgehaald door Jouke en rijden we naar zijn huis in Bayawan. 

Bayawan, zaterdag en zondag, 2 en 3 juli 2011

Precies op tijd met een tweemotorig propellor vliegtuig vanaf Cebu in Bacolod aangekomen. Ook Jouke prima op tijd. Allebei weinig of niets (ik) geslapen. En toch een rit van een uur of 6 voor de boeg. Goed dat hij reed. Prachtige rit langs de West kust van Negros, uitzicht over zee.

Uiteindelijk houd ik de oogjes niet meer open en word wakker als we bijna in Bayawan zijn Leuk weerzien met de familie van Jouke. Was inmiddels uitgebreid; niet de kinderen maar de honden. Een bastaard tekkel, Wurst geheten, en dat betekent in het Fries worst. Leuk beest. Mag later misschien mee als ze in NL gaan wonen.

 Hele familie

De huiskamer tokeh

Vandaag weer vertrektijd. Vroeg ontbeten, meegeweest naar de school van Analiz en op het kantoor van Jouke koffie gedronken en films overgezet. Dan de bus naar Dumaguete. Met de aircon snelbus is dat maar een ritje van twee uur. Daar heb ik een afspraak met Annavee, een ouder zusje van Awa, die aan de Silliman universiteit voedselveiligheid doceert. Ik word ontvangen als een vorst. En dat maakt toch een beetje verlegen. Onderweg en op haar kamer stelt zij mij aan haar collega’s voor. Ook aan een man die afgestudeerd is in NL, Wageningen. Annavee en een colega vertellen over hun trip naar Bangkok, waar zij uiteindelijk ziek werden van de tempels; liggende boedha’s, staande boedha’s, hangende boedha’s. Ik kon mij er wat van voorstellen. En overal komen en aankomen wat niet mocht; brutale katholieke meiden. Uiteindelijk kwamen ze het koninklijk paleis niet in met hun hotpants. Dat gaat zelfs de Thais te ver. Na de drankjes en snacks moet ik naar het vliegveld gebracht worden en om te voorkomen dat ik teveel zou betalen, word er een studente met mij meegestuurd. Die krijgt ook nog eens geld mee om de tricycle te betalen; wie is er nou rijk, zij of ik, het moet toch niet gekker worden......

Bayawan, Dumaguete, maandag 4 juli

In Manilla heb ik tijd over. Niet al te veel dus echt het centrum in is er niet bij. Daar naar SM Mall of Asia, de grootste Mall van Azie. Ze heben er zelfs een ijsbaan in aangelegd:  

En ach, wat is nou groot. Het concept is overal hetzelfde, winkeltjes in en heeele grote winkel. En een hele grote Mall dat zijn dus nog veel meer winkeltjes dan in een kleinere mall. Meer niet. En dus ook een food court. Veel verschillende uitgiftepunten voor allerlei soorten eten. En dus heb ik daar gegeten. Gewoon omdat ik honger had. De Filippijnse pot is niet echt bijzonder. En die airco gaat me ook de strot uithangen. Daarom maar buiten op het terras gaan zitten. Eerst alleen, later kwamen er nog twee dames bij, om te roken. Verder zit alles binnen, in de vrieskou! Heerlijk, 2x uitstekende cappucino en een beetje facebooken want de wifi is prima.

 

Intermezzo; de taxi

 

Naar de Mall of Asia doe ik niet moeilijk en neem een bonnetje voor een taxi, fixed fee, 480 pesos(6,87 euro). Wel zo veilig vinden de charmante dames aan de balie. En ik denk en zeg waarom ook niet. Terug vanaf de Mall naar het vliegveld pak ik een “gewone” taxi. Ook veilig en de chauffeur is een gezellige prater. Hij komt uit Bacolod op Negros en is zeer in zijn nopjes als ik hem vertel dat ik daar ook pas geweest ben. Hij is getrouwd en heeft een kindje. Ja, hij woont in Manilla en huurt 1 kamer. Meer kan hij niet betalen. De taxi huurt hij en dat kost voor 24 uur 1250 pesos(17,90 euro). Moet hij wel 24 uur werken want anders krijgt hij het er niet uit. Aangekomen op het vliegveld reken ik af. 80 pesos (1,15 euro). Ik geef hem mijn overgebleven kleingeld mee, voor zijn kind. Hij straalt. 

 

 

Dan weer een stukje vliegen naar nachtelijk Taipeh. Een slaperige taxichauffeur die geen woord Engels spreekt. Gelukkig weet ik dat en heb ik de naam van het hotel en het adres in het Chinees bij me. En dat gaat feilloos.

Taipeh, dinsdag 5 juli

1e volle dag in Taipeh. Het is prachtig weer, geen teken van moesson of typhoon. Hier en daar een wolkje. Na een prettig Chinees ontbijt ga ik op stap. Eerste tussenstop het Peace Park omdat mijn aandacht getrokken wordt door mensen die Tai Chi doen. Later komt er een oudere man bij die met een stok gaat goochelen. Een moeder eet haar boterhammetje naast de vervaarlijk met de stok zwaaiende oude heer. Het al wat dikker wordende kind doet ook alsof. Wel heel erg relaxte sfeer.

Dan de metro in. Eerst in de automaat een Easy Card kopen, de OV chipkaart hier. Net als met de Octopus Card in Hong Kong kun je ook andere dingen betalen dan het OV. Daarna rondgedwaald op het centraal station. Letterlijk rondgedwaald want het is, ondergronds, een doolhof van gangen en hallen. Een klein stukje boven de grond. Alhoewel, een gigantische ruimte. En dat terwijl alles eigenlijk onder de grond zit. Bij het Tourism Bureau folders en kaarten gehaald. Ik besluit om met de rode lijn van de metro naar Danshui te rijden. Volgens mijn kaart is daar ook sprake van een historic street. En dat wil ik zien. Danshui is inderdaad een ouder en meer traditioneel gedeelte van Taipeh. Maar... ook daar is een oplossing voor: eettentjes, schiettenten, ringen gooien en noem maar op. Wij zouden het kermis noemen. Toch leuk. Soms tikkeltje extreem zoals een softijsje van ongeveer 25 centimeter; dat wordt heel snel likken en happen bij deze temperaturen.

Vanaf daar neem ik de boot naar Fishermans Wharf. Dat is de hier zeer brede rivier afvaren, en via open zee de vissershaven in. De boot gaat flink te keer en er waait flink wat water naar binnen. Ik ben gefascineerd door de heftige hekgolven. 

Fishermans Wharf is roestige vissersboten en stralend witte kustwachtboten. Er zijn wat eet- en drinktentjes. Ook een houten boulevard op hoogte. Dat is leuk. Maar niet voor heel lang. Terug dus.

In de avond een Night Market gedaan; Shilin. Is groot en gezellig. Ik heb mij een versuffing gegeten aan schoongemaakte papaya, mango en dragonfruit. Als je uit Holland komt weet je niet meer hoe rijp fruit smaakt! Echt gaan eten is hier niet nodig; er is zoveel streetfood te snoepen. Leve Azie.  

Taipeh, 6 juli 2011

Twee dingen op het programma, Guang Hua Digital Plaza en de Maokong Gondola.

Guang Hua Digital Plaza is een verzameling computer en alles wat daarmee samenhangt winkels rondom een 6 verdiepingen tellend electronica warenhuis. En in de straten daar omheen nog eens honderden winkeltjes met computers, mobiele telefoons en accessoires. En dat natuurlijk wel afgewisseld met het nodige eten en drinken. Niets gekocht, hoewel de prijzen wel lager zijn dan bij ons maar ook niet echt spectaculair. Ik heb bijvoorbeld een HP netbook gezien voor NT$ 7000, zo ongeveer 150 Euro. Computerland had onlangs een scherpe aanbieding voor 199 euro. Wel heel veel keus in onderdelen zoals moederborden harde schijven.

De kabelbaan, Maokong Gondola:

Na het eten, noodle soup, de metro opgezocht die mij naar de Maokong Gondola, de kabelbaan zou brengen. Een onbemande metro, zoals je ook in Kuala Lumpur hebt. Das leuk want dan kun je voorin zitten en "meekijken" met de afwezige metrobestuurder. 

De Maokong Gondola is een vier kilometer lange kabelbaan die een spectaculair uitzicht biedt op Taipeh en de bossen en dalen onder je. Toeristisch maar leuk. Aanrader, doen!

Taipeh en Chiayi, donderdag 7 juli

Gisteravond besloten om maar eens even op te stappen. Hostel geboekt in Chiayi, een stadje in midden Taiwan. Van daaruit gaat er een oud treintje naar Alishan. En dat moet heel mooi zijn. De berichten zijn wisselend, volgens mijn gids ligt de lijn er uit wegens schade veroorzaakt door een typhoon of een aardbeving, volgens Wikitravel is er al een deel hersteld en rijdt de trein al weer een stukje. Lijkt me de moeite waard dus ik op weg. Met de trein, de expresstrein, nou ja, stopt ieder tweede station op weg naar Chiayi. Treinkaartjes koop je hier ook in de automaat. De rijen voor de loketten zijn onafzienbaar. De automaat kun je biljetjes voeren en je krijgt muntjes terug. Alles in het Chinees en het Engels. Ik krijg de kans niet om het zelf af te maken. Om mij heen dartelen drie jonge helpers om die arme oude buitenlandse man door het digitale wonder, de kaartjesautomaat, heen te helpen. Dan met je kaartje door het poortje waar, alweer, een vriendelijke dame wijst naar het spleetje waar je het kaartje in moet doen en vervolgens naar het spleetje waar het kaartje weer uit gaat komen. Tja, je weet natuurlijk nooit of die buitenlanders wel iets van techniek weten nietwaar? De trein is comfortabel en kort na vertrek komt de warme hap, pientan. Rijst met groenten, pickels, zwart ei (echt lekker) en vlees. En dat voor 60 Taiwan dollartjes (ca. 1,30 euro). Ik raak met mijn buurvrouw in gesprek. Chen werkt en woont in Taipeh en heeft een maand vrij genomen en is nu op weg naar haar vriend in Tainan. We wisselen weetjes uit over onze wederzijdse landen. Ik leg haar ook uit wat bij ons een coffeeshop is. Dat is een hele lastige. Ik zeg haar dat ik over onze ontmoeting zal schrijven op mijn website maar dat ze dat toch niet kan lezen. Wel dus, google translate. Ik geef haar de url. Aangekomen in Chiayi snappen de taxichauffeurs niets van het adres van het hostel. Ze nemen mij mee naar de toeristen informatie in het station. Dat lost op want de vriendelijke dames bellen het hostel en schrijven het adres van het hostel op een briefje voor de chauffeur. Mandarijns dit keer. En dat gaat helemaal lukken. Overigens, het loket voor de Alishan lijn was dicht en een onheilspellend bordje meldt dat de trein niet rijdt tengevolge van schade aan de lijn. De toeristeninformatie mevrouw bevestigt dat. Op Wikitravel kun je bouwen dus..... Dan ga ik maar met de bus morgen. Het hostel is nieuw. Eigenlijk gewoon een flat waar Stephanie woont met haar broer en de extra slaapkamer als hostel gebruikt. Verder gewoon dus haar huis met haar eigen woonkamer. Er slaapt nog een meisje, Hsin-Yin. Via couchsurfing. Die slaapt bij Stephy in bed. Hsin-Yin is een Hakka, de oorspronkelijke bevolking van Taiwan maar nu een minderheid. Zij spreekt nog wat Hakka maar erg slecht vindt zij zelf. En dat is niet goed. Ik ga lopen naar het centrum ongeveer 4 km. Halverwege komt Stephy mij op de schooter achterna want zij vindt het toch te ver om te lopen. Zij heeft keurig een helm bij zich en zet mij af in het stadscentrum op de night market. Er is eten, kleding, schoenen, eten, eten, kleding, schoenen en weer eten. En een festival. Er treden brassbands op en ik ga in het gras liggen en heb er plezier in.

In het park is een plaats met speelfontijnen waar kinderen om half negen in de avond nog heerlijk in en op het water spelen.

Ik loop terug, de snacks er af. Doe het in 50 minuten. Thuisgekomen zijn de dames vol bewondering over dat geloop; het is te ver en te warm. Goed he? 


Chiayi, 8 juli 2011

ontbijtbuffet

Vandaag dan inderdaad naar Alishan. Helaas definitief niet met het oude treintje. Dus met de bus. Volgens de gids is de busrit minder schilderachtig dan de treinrit. Ik weet niet hoe schilderachtig de treinrit dan wel moet zijn want met de bus is het twee uur klimmen en kronkelen de bergen in. Alles is groen, diepgroen. Hier en daar ook theeplantages tegen de berghellingen aan. Ik heb wel eens geschreven dat Chinezen overal een kermis van maken. Ook met het nationaal park Alishon is dat weer gelukt. Fijn dat het net zo werkt als bij Hollanders; ook die blijven graag op dezelfde plek. Dus 10 minuten lopen en je bent alleen, alleen in een overweldigend natuurgebied. Voordeel dat het treintje door het park niet rijdt; dan zijn er minder mensen diep in het park. 

Zo heb dus ieder nadeel ze voordeel. Ook terug met de bus is indrukwekkend. Vanaf het eindpunt van de bus, het station, loop ik de stad weer in en dwaal over de night market. Ik eet van een buffet, hetzelfde soort als vanmorgen bij het ontbijt. Wat het is weet ik niet allemaal maar het is allemaal lekker. Er is niets bij dat ik ooit bij de Chinees in Holland heb gezien of gegeten. Zouden zij hier wel weten hoe de Chinese keuken er uit ziet? Gisteravond ben ik gaan lopen, nu neem ik een taxi terug. Dat is een hele onderneming. Ik weet waar ik naar toe moet maar het nu nog de taxichauffeur uitleggen. Ik laat het hem zien op de kaart. Er komen collega’s bij en het leidt tot een complete vergadering. Uiteindelijk gaan we op weg. Gelukkig kan ik onderweg met handen en voeten hem op de goede weg houden. 

Terug bij Stephy wil zij ter afsluiting met mij op de foto. Broerlief verricht daartoe de nodige handelingen. Als zij, later, ook gaat reizen, komt zij zeker naar Utrecht, naar Stone. 

Chiayi, Taipei, 9 juli 2011

Stephy staat er op dat zij mij met de scooter naar het station brengt. Dan kunnen we op weg naar het station ontbijten. Of ik een traditioneel Chinees zou willen proberen. Dacht het wel. Eind rijden kris kras door allerlei straten. Het ontbijt bestaat uit een kommetje met rijstpudding en onder de rijstpudding zit een hartig vleesmengsel met jus. Bij uitgifte wordt een hoek uit de rijstpudding gesneden en omgekeerd, zodat je ziet dat het niet alleen maar een bakje rijstpudding is. Daarnaast een hartig rijsttaartje. Dat zit ook in een aardewerk potje en wordt bij het serveren op een bordje uitgestort. Kleefrijst met daarop sterk verhit en pittig vlees. Heel lekker. En als toetje soep met stukjes vlees. Alweer, niets dat je ooit bij een Chinees in Nederland zou aantreffen.  Stephy eet alleen het rijsttaartje, zij moet op haar gewicht letten vindt zij. Ik denk dat het wel meevalt. Nog even een discussie over wie er mag betalen. Zij gaat uiteindelijk akkoord met “Dutch” gaan, ieder zijn eigen deel. Pffff. Ik ga met de hogesnelheidslijn terug naar Taipei. Op het (gewone) treinstation zet Stephy mij op de shuttle bus naar het hogesnelheidsstation. Dat ligt buiten de stad. Een enorm station voorzien van alle gemakken ; winkeltjes, eten en drinken. Ik schrijf wat en upload foto’s in de Starbucks. Een medewerker verlaat de counter om mij te helpen met het wireless internet. Om iemand te helpen mag je hier acuut alles uit je handen laten vallen. De hulpvaardigheid en de belangeloosheid is hier overweldigend. Terug naar Taipei omdat Johan mij heeft gemaild dat hij graag een stukje meereist. Hij komt vandaag aan. Ik krijg een smsje dat hij in Hong Kong wat problemen heeft met zijn papieren en dat hij met een latere vlucht komt.  Dat geeft mij de gelegenheid in te checken in het hostel. Het ligt vlak naast het centraal station van Taipei en is een echt hostel hostel. Compleet met gezellige huiskamer, computers, koelkast en keuken voor de gasten. Koude drankjes zijn goedkoop en kun je zelf uit de koelkast pakken en dan het geld in een busje doen dat op de koelkast hangt.  Heet water is er altijd en ik kan dus mijn in Hong Kong gekochte Jasmijnthee gebruiken. De kamer is eenvoudig maar schoon; twee aparte bedden. Ik kan nog even een uiltje knappen en dan ga ik naar het vliegveld, Johan ophalen. Ook met de hogesnelheidstrein, de HSR (High Speed Rail). Voor een rit van 20 minuten betaal je eigenlijk niet eens veel, omgerekend 4 euro.  Die avond gaan we naar de Shilin Night Market. Eten en drinken. Uiteindelijk belanden we op een terras, nou ja plastic krukjes dus, voor een biertje.  Wel een bijzondere plek. De jongen die er werkt spreekt goed Engels want hij is opgegroeid in de VS omdat hij een Amerikaanse vader heeft. Na de scheiding is hij met zijn moeder naar Taipei terug gegaan.  Ik vraag hem of hij zijn vader nog wel eens ziet. Nee zijn vader was een ashole, sloeg zijn moeder. We maken ook kennis met zijn vriendinnetje, die vloeiend Engels spreekt. Geen wonder, zij is Canadees maar teruggekeerd naar haar Chinese roots. Mooi meisje, mooi stelletje.  Verder een bont gezelschap, dames en heren. 1 hele dikke en grote Chinees die constant betelnoten zat te kauwen. Rode en kapotte tanden gaat dat opleveren. De mensen uit Indie kennen het wel; Sirih. De dikke biedt ons bier aan. Hij spreekt geen Engels maar geniet duidelijk van zijn nieuwe gezelschap. Een andere groep biedt mij ook bier aan als ik bij ze kom zitten. Niemand verstaat elkaar maar de pret is groot. Om vijf uur pakken we een taxi naar het hostel. Dat zal wel uitslapen worden denk ik.

Taipei, 10 juli 2011

Ja, het is uitslapen geworden. Na uitslapen een hapje, een "valt erg tegen hapje" in een aircon restaurant. De straat bevalt mij toch beter. Enfin, met de Gondola naar boven. Mijn tweede keer maar het blijft prachtig. Het is wel zondag dus dat wordt behoorlijk in de rij staan. Ook nu veel behulpzame types die je wijzen hoe je moet lopen terwijl de afzetlinten een andere route al onmogelijk maken. Eenmaal boven een theehuis met uitzicht over Taipei opgezocht. We blijven daar tot 8 uur ’s-Avonds zitten. Niet voor niets. De zon gaat onder en beneden ons, in Taipei, gaan de lichtjes aan. In de verte is vuurwerk. Het is een graad of 28 en er staat een zacht briesje. Dit is onbeperkt (groene) thee drinken. Wat nootjes en dimsum erbij. Niemand laat merken dat we er heel lang zitten. Er zijn overigens meer groepen die er al heel lang zitten. Dat kan hier kennelijk allemaal. Na avondeten op de Night Market, terug naar het hostel.

Johan wordt vermaakt en vermaakt zelf een groepje Hong Kong Chineesjes (=klein), Taiwanesen en een Japanner. Zij zitten de hele avond te faceboeken en mee te bleren met boys bands. Volgens Johan zijn ze gay. Ik betwijfel of ze dat zelf wel weten. De Hong Kongers zijn speciaal naar Taipei gekomen voor de meisjes; hier kun je met ze praten. Thuis, in Hong Kong, hebben alle meiden kapsones. Het zal wel. 1 jongetje ontpopt zich als een verdienstelijk goochelaar. Ik wacht de grand finale niet af en ga naar mijn kamer. Filmpje kijken die Maarten in Hong Kong op mij netbook heeft gezet. 


Taipee, maandag 11 juli 2011

Vandaag is het Taipee 101 dag. Dat wil zeggen de wolkenkrabber die lang de hoogste ter wereld was totdat Dubai het stokje overnam. Maar nog steeds heel erg hoog dus, om precies te zijn 508 meter. Dat is ongeveer 4,5 Domtorens op elkaar. Dit is ook niet te beklimmen dus met de lift. Ook niet de gewoonste, de snelste lift ter wereld die met een vaart van zo een 60 km per uur omhoog schiet. En zonder dat je het voelt. Boven heb ik een onvergetelijk uitzicht over Taipeh en de Taipeh begrenzende bergen. Even verder op ligt het oude vliegveld, Sung Shan, dat nu nog voor domestic flights wordt gebruikt. Ik zie beneden mij vliegtuigen opstijgen en dalen. Heel bijzonder. De uitkijkruimte is van glas en vergeven met winkeltjes. Nog een paar trappen op en je kunt naar buiten. De harde wind fluit en giert door de afzetting van het terras. De toren kan meters heen en weer zwiepen maar er is een ingenieuze schokdemper aangebracht; een reusachtige bal die in stalen kabels hangt en gedempt wordt door gigantische schokbrekers. Ik loop om de bal heen. Apart idee dat dit enorme ding de toren in bedwang houdt.

Intermezzo: Taiwan ligt op de grens van twee tektonische platen waardoor aardbevingen regelmatig voorkomen, vandaar dat het nodig was maatregelen te nemen bij de bouw van Taipei 101 om deze natuurkrachten te weerstaan. Daarvoor koos men de tuned mass damper, een reusachtig bolvormig gewicht (ruim 800 ton) in de top van het gebouw dat tegendraads beweegt bij trillingen. Het gewicht van de bol neemt een deel van de bewegingsenergie van het gebouw op wanneer zich trillingen voordoen, bijvoorbeeld bij stormen of aardbevingen.

 

 

 

Moeder maakt dimsum

Vader ook

 

Taipee, Hualien, dinsdag 12 juli 2011

Een treindag, naar Hualien, een stad aan de Oostkust. De kust waarop de golven van de Pacific, de Stille Oceaan, op de rotsen beuken. Hualien ligt aan die Oostkust ongeveer in het midden van het eiland. Het spoor volgt die kust. Dat is begrijpelijk want aan de Oostkust is maar een betrekkelijke smalle strook vlak land tussen de zee en de bergen. Het weer is goed, wel de nodige bewolking. De bergtoppen aan de rechterkant van de trein zijn verborgen achter een wolkendek. Op het station van Hualien moet er taxi aan te pas komen om bij het hostel te komen. Dat is niet eenvoudig; zo heb ik het in Chiayi ook meegemaakt. Chauffeur 1 snapt niets van de stadsplattegrond, niets van de naam van de weg en al helemaal niets van de naam van het hostel. Chauffeur 2 komt er bij en roept de hulp van chauffeur 3 in. Chauffeur 4 begint het te begrijpen en legt chauffeur 1 uit hoe hij er moet komen, althans dat maak ik op uit de gebaren. En het is niet eens ingewikkeld; het station uit, 1e weg rechts, aan het einde van die weg links en als de weg samenkomt met een andere grote weg, die weg op en dan het hostel aan je rechterhand. Ik heb het zelf een paar keer gelopen. Enfin, we zijn op de goede weg. Dan stopt hij en wijst tevreden op een groot hotel aan zijn rechterhand. Dat is het dus niet. Even verderop een kanjer van een bord met Formosa Backpackers. Het gaat dus lukken. Op de night market een aparte snack; een witte boterham van zo een centimeter of 5 gaat in de frituur en als hij “gaar” is wordt de boterham opengenknipt en gevuld met een vleesragout naar keuze. Vervolgens gaat het geheel in een zakje. Een broodje shwarma , maar dan anders. De snack is populair want de rij is lang. Ijsthee krijg je er bij en is gratis. Lekker maar niet genoeg. De aanpalende tent biedt aanvulling. Het menu regel je per vinger. Wijzen op groenten, Tahoe, vlees en nog wat. En dat wordt klaar gemaakt. Makkelijk land.


Hualien, woensdag 13 juli 2011

Ten Noorden van Hualien ligt het dal van de Liwu rivier, de Taroko Gorge, die hier in Taiwan als een absoluut verplicht nummer wordt gezien. De Taroke Gorge maakt deel uit van een groot Nationaal park met bergen tot 3000 meter. Je kunt gewoon met de lijnbus vanaf Hualien naar Tianxiang, een plaatsje midden in de bergen rijden via de Taroko kloof. Aanvankelijk is het dal breed maar al snel wordt het smaller, hoger en ruiger, totdat het dal zich versmalty tot een nauwe kloof waar in de diepte de rivier met de rotsen speelt. Soms is de weg uitgehakt in de bergen en kun je de kloof zien door enorme luchtgaten die in de zijkant van de weg zijn gehakt. Het is een prachtig gebied maar eerlijk gezegd niet meer spectaculair of mooier dan veel berggebieden in Frankrijk. Daar ontbreken wel een paar plantensoorten zoals palmen, pisangbomen en waringins. Ook zul je niet zo snel een aap in het gezicht kijken als je over de brugleuning naar beneden kijkt:

Ik ben toch blij dat ik het gedaan heb want indrukwekkend was het zeker. In de avond na het eten geprobeerd een trein naar Taipeh te boeken, niet makelijk want de aansluitende treinen waren vol, althans er waren geen zitplaatsen meer, en om nou een paar uur te gaan staan of hangen is ook weer zo wat. Dan maar wat vliegtuigmaatchappijen geprobeerd. De sites zijn half in het Chinees, half in het Engels. Werkt dus niet. Met de hulp van het meisje van het hostel omen we er achter dat een vliegtuig ook niet gaat lukken; alles vol. Dan maar een vroege trein, 7:55. Dat lukt op internet. Maar nu wil de creditcard betaling niet lukken. Dan kun je nog altijd op het station het gereserveerde kaartje halen en betalen. Het meisje van het hostel schrijft een briefje in het Chinees met het boekingsnummer en een mededeling dat ik 65 ben en dus voor half geld mag reizen. Vindt ze gewoon. Dat moet. Dan belt ze een taxi. Ik vertel haar dat het wel ff zal duren omdat de taxichauffeur het waarschijnlijk niet kan vinden. Nee hoor, zegt ze, deze weet het adres. Ja, ja. Na een kwartiertje belt ze nog eens. De chauffeur zegt haar dat hij wel is geweest maar er voorbij is gereden. Maar hij komt er aan. Na weer een kwartiertje houden we maar gewoon een taxi aan. Terwijl we instappen komt de bestelde taxi voor. Die zal te horen krijgen dat hij gewoon te laat is. Aan het stations loket is mijn boeking noch aan de hand van het paspoortnummer, noch aan de hand van het boekingsnummer terug te vinden. Het meisje achter het loket hakt de knoop door en geeft mij gewoon twee kaartjes voor de trein van 7:55. Dan nog een hostel in Kuala Lumpur en in Penang regelen. Dat lukt allebei maar voordat ik het adres aan mezelf door kan mailen floept de internet verbinding eruit. Het komt die avond niet meer goed. 

Taipee, Kuala Lumpur, donderdag 14 juli 2011.

Vandaag terug met de vroege trein naar Taipee. De taxichauffeur van gisteravond heeft het helemaal begrepen en staat 10 minuten te vroeg voor het hostel klaar. Nog ruim tijd om in de 7/11 op het station een rijsthapje, een flesje water en een pakje soya melk te kopen. De trein staat klaar maar je moet in de hal wachten totdat de leiding vindt dat je er in mag. Alweer mega beenruimte alsof iedereen hier lange poten zou hebben. En, nog een gadget......er zit een handel onderaan het bankje zodat de hele treinbank gedraaid kan worden en je met je gezicht naar het raam gekeerd kan zitten. Kennelijk hebben de andere passagiers zich nog nooit afgevraagd waar dat handeltje nou voor zou zijn want hun ogen rollen uit hun kassen. De tocht blijft mooi; rechts schuift de Pacific Ocean voorbij, links de bergen. De wolken liggen hoger dan de voorgaande reis want het is prachtig weer. Sommige bergtoppen zijn zelfs te zien. In Taipee nog even de electronica wijk/mall/hapje gedaan en dan met de HSR naar het vliegveld. In het vliegtuig van AirAsia ben ik in goed gezelschap. Ik zit naast Lim, een net gepensioneerde gezagvoerder van AirAsia die met een collega terug reist naar Kuala Lumpur. Idioot toeval die kennismaking; ik zit in het blad van AirAsia een artikel te lezen over hem en dan tikt zijn collega mij aan en zegt: look, that's him. Aangekomen op Kuala Lumpur LCCT (Low cost terminal) de KL hub voor AirAsia, blijkt de hal die de vorige keer in aanbouw was al klaar te zijn. En verdubbeling. Al weer te klein en er wordt aan de andere kant nog een terminal bijgebouwd. 

Ik heb weer een hostel uitgezocht in China town. Ik vind dat een gezellige buurt die grotendeels nog autenthiek is. Bovendien makkelijk; maar 1 halte vanaf Kuala Lumpur Sentral. Uitstappen halte pasar seni, de uit 1888 daterende Central Market. Het hostel ligt om de hoek van Petalin Street, de centrale night market van China town. Het barst er van de blanke toeristen die de toch al overvolle Petalin street nog voller lijken te maken. Er worden grote hoeveelheden Carlsberg bier weggeslokt. Volle tafels met lege flessen. En tenslotte in discussie gaan over de rekening; de sukkels. Ja, bier is hier duur. Het is een moslim land en alleen in niet moslim winkels kun je bier kopen, zoveel als je wilt. Maar prijzig. Zal wel een of andere belasting zijn om de heidenen die wel alcohol drinken te straffen. Een flesje bier kost vaak meer dan de maaltijd. Een grote fles Tiger beer kost 15 ringit (bijna 4 euro) en nasi goreng tussen de 8 en 10 ringit, dus zeg maar rond de 2,50 euro.

Kuala Lumpur, vrijdag 15 juli 2011

Komt nog een stukje over!

 

Kuala Lumpur, Butterworth, Penang, zaterdag 16 juli 2011

Vandaag met de trein naar Butterworth en dan met de ferry naar Penang. De hoofdstad van dit eilandstaatje is Georgetown en staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. Ik ben benieuwd. De trein is een kwartiertje te laat. Maar dat is niet zomaar. Vlak na het oude Sentral is een grote kraan gekanteld die overkappingen en bovenleidingen heeft meegesleurd. Vanuit de metro, die bovenlangs het oude sentral rijdt, was al een beetje te zien wat er gebeurd was. De trein naar Butterworth rijdt wel want die wordt getrokken door een dieselloc. Alles wat op bovenleiding rijdt ligt er uit. Wij moeten wel door het oude sentral en rijden daar over het enige vrije spoor doorheen. Plotseling komt de natte droom van alle ramptoeristen uit; de wagon waarin ik zit stopt precies daar waar de kop van de omgevallen kraan over het perron uitsteekt. Net een metertje tussen ravage en mijn trein. 

Na een kwartiertje zet de trein haar reis voort. Het gaat niet echt hart. De trein zal er 10 uur over doen terwijl het over de weg hooguit een uur of vier is. Maar dit is leuker. Ook in deze trein een speciaal handeltje om de stoel naar het raam te draaien. Na de stad trekt het landschap traag voorbij. Groen, groen, groen. En vlak. Net als met de trein door Oost Java. Maar wel anders. Op Java trek je langs de sawah’s, hier langs de oliepalmen. De kampongs zijn gelukkig hetzelfde. Halwege sleept de trein zich voort tussen kalksteenformaties. Voor de daarbij horende cementfabrieken worden daar hier en daar flinke hapjes uit genomen.Er is hier veel beton nodig want er wordt in het hele land flink gebouwd. Ook de spoorlijn van Kuala Lumpur naar Butterworth wordt onderhanden genomen, van enkel spoor naar dubbel spoor. En veel nieuwe stations en ongelijkvloerse kruisingen. Nu moeten treinen op elkaar wachten op wisselstations. De conducteur denkt dat het een aantal uren gaat schelen op dit traject.

In Butterworth loop je net als in Hoek van Holland zo van de trein de ferry op. De ferry zou volgens mijn gids gratis zijn, niet dus. Eigenlijk toch bijna gratis, zo ongeveer een eurie. Het weer is prachtig en Georgetown doemt op. Van de pier gaat het verder in de (echt) gratis hop on – hop off bus. Naar Love Lane 52, Civillian’s Inn hostel. Net als vele straten in deze stad zijn vrijwel alle huizen in Love Lane oud. Ook de Civillian’s Inn is gevestigd in een oud pand. Dit is de slaapplek voor de komende drie nachten. Eten deze avond op Red Garden Food Paradise, een foodcourt, twee straten achter het hostel (aan Leith street of Lubuh Leith, het gedeelte tussen Jalan Muntri en Jalan Sultan Ahmad Shah). De multiculturaliteit van Maleisie is hier merkbaar en zichtbaar; sateh naast Chinese vis BBQ, Japans, Thais, Filippijns, frites, hamburgers en een klein beetje Maleisisch. Het eten valt goed en wordt nageblust met Tiger beer. Dat valt ook goed en slaat een gat in de volgende dag.

Jalan Love Lane:

Civillian Inn: 

Penang, zaterdag 16 zondag 17 juli 2011

Penang Hill is met 830 meter de hoogste top van het eiland Penang. En op die top kom je met de Penang Hill Railway, een kabeltreintje/funiculair. Op de top is het aangenaam toeven; er staat een frisse wind en het is een aantal graden koeler dan beneden. Je kijkt uit over Georgetown, de smalle zee-engte tussen Butterworth op het vasteland en Penang. Vanaf het busstation onder Komtar gaat er een bus naar Penang Hill. Op de terugweg even goed kijken, want de bus stopt een eindje verderop, weg van de hasngende taxichauffeurs.  

Een heel klein eindje lopen vanaf het stationnetje kom je bij hotel Bellevue, een oude koloniale villa. Het terras is helemaal zoals het zijn moet; eten, fantastisch uitzicht en drinken. En.... een slang die tegen het dak aan een dutje aan het doen is.  

 

   

Penang Hill Railway

 

En het uitzicht

   

Vanaf Hotel Bellevue

 

Ook vanuit Bellevue

 

   


 


   

 

 

De slang onder het terrasdak

 


Intermezzo: Lee vertelt over de multiculturele samenleving in Maleisie. We ontmoeten Lee in de tuin van Bellevue. Lee is een Chinese Maleisier en maakt met zijn gezin een uitstapje . De officiele koers van Maleisie is dat al die verschillende bevolkingsgroepen, Malay, Chinesen, Indiers en meer allemaal Maleisier zijn met dezelfde rechten en mogelijkheden. De werkelijkheid ziet er vaak anders uit. Als een vloeiend Engels sprekende en gekwalificeerde Chinees op een overheidsbaan solliciteert, wordt de lager gekwalificeerde en nauwelijks Engels sprekende Maleisier aangenomen. Dat leidt er toe dat veel hoogopgeleide Chinezen en Indiers het land verlaten om te gaan werken in het land van hun voorouders. Daar krijgen ze betere kansen. Lee vindt dat slecht voor zijn land want zo lekt noodzakelijke kennis weg. Lee zelf zegt er niet zoveel last van te hebben omdat hij voor zichzelf werkt, small bussines.  Ik weet natuurlijk niet of het verhaal van Lee klopt maar hij sprak heel aannemelijk en met kennis vanzaken.

Met de bus naar Batu Ferringhi. Deze voormalige vissersplaats is het Salau van Maleisie geworden. Vele, vele hotels aan een langgerekt zandstrand. Appartementen zijn te koop vanaf 1.000.000 Rmb en hoger. Dus meer dan 250.000 euro en dat is voor hier astronomisch veel. Maar goed, terug naar het strand. Daar kun je alles doen en vooral door elkaar. Para sailing, waarmee je aan een parachute door een speedboat wordt voortgetrokken, je kunt met de hele familie op een rubberen banaan gaan zitten die ook door een speedboat wordt voortgesleurd en je kunt een jetski huren. En dat dus allemaal door elkaar. 

         

Dames in het zwart

 

Zonder tekst

   

 

Soms moet je letterlijk rennen om niet een parachutist op je kop te krijgen. Op zee kruisen de speedboats elkaar en daar varen de jetsky’s ook nog eens dwars doorheen. Hier komen veel families uit het Arabisch schiereiland compleet met hun in het zwart geklede dames waar je alleen nog maar de ogen van ziet. En die gaan ook op een banaan de zee op en die gaan ook de lucht in. Als de jurk wordt opgetild zit daar een spijkerbroek of een joggingbroek onder. En dat bij een graad of dertig! Na de zonsondergang nog even over de altijd aanwezige nightmarket. Daar speelt zich een bijzonder schouwspel af. Een praalwagen met een levensgrote Shiva en de nodige versiering wordt getrokken door twee Indiers. Dat zou op zich niet zo bijzonder zijn, ware het niet dat de touwen waarmee zij de kar trekken met haken in het vel van hun rug zit. En geen bloed te zien. Voor de stoet muziek en dansende mensen. Achter de praalwagen rijdt een bagagekarretje mee met daarop een ronkende generator. Shiva heeft kennelijk zelf niet voldoende energie om de honderdenlampjes te laten branden. Bizar. 

   


 

De haken, brrrrr

Penang, maandag 18 juli 2011

Gisteren was het weer een gat in de dag avond. Laat op gang. Geen plannen, gewoon wat wandelen door Georgetown. Langs de wandelboulevard waar vissers hele kleine visjes vangen en langs grote en prachtige koloniale gebouwen naar het 18e eeuws .. fort, dat redelijk bewaard en gerestaureerd is. Op de binnenplaats is van staal en beton een openluchttheater gebouwd. Beetje vlag op een modderschuit maar over smaak valt nu eenmaal niet te twisten. 

 

De bewaker van het fort

 

Op een hoek staat het pronkstuk van het fort, een heus bronzen VOC kanon met de naam van de gieterij nog duidelijk leesbaar. Ik heb er nu spijt van dat ik die naam niet heb opgeschreven of gefotografeerd. Binnen het fort bevinden zich nog verblijven, een kruitopslagplaats, een gevangenis en, natuurlijk, een kapel. Na het fort verder door het havenkwartier. Bij een warung een glas seterop susuh besteld, melk met rozenstroop. En ijs, natuurlijk. Verder 

langs een bijna perfect bewaarde rij koloniale panden, waarvan een het Britse consulaat herbergt, naar de 19 eeuwse pier. Op het eind is een restaurant, mogelijk het duurste van Georgetown. Met bier ongeveer 25 euro pp. Dat is hier eigenlijk ongehoord. Het uitzicht is ook ongehoord. Boven het water, open terras, windje door de haren. Het eten is apart, in die zin dat er uitsluitend een Europese kaart is. Veel Italiaans en vlees. Kwaliteit is onder eetcafe niveau. Bediening is 5 sterren kwaliteit. In de avond lopen we terug. Ik naar het hostel, nog wat op het toetsenbord spelen en een filmpje kijken. Johan gaat nog een extra hapje halen. Daar zal hij tegen de morgen mee klaar zijn.

Intermezzo "Gast” arbeiders: In het hostel werkt een Cambodjaanse vrouw. Zij werkt zo ongeveer 24 uur en slaap op een dorm in het hostel zelf. Voor eten en drinken krijgt zij wat geld. Salaris wordt betaald aan de “agency” in Cambodja die haar heeft bemiddeld cq uitgezonden. Het eerste half jaar salaris is voor de Agency. De rest van het tweejarig contract wordt aan haar uitbetaald als ze terug is in Cambodja. De aardige ober in het (te) dure restaurant op de pier is een Nepalees. Ook hij werkt tegen kost en inwoning. Salaris later, als hij terug is in Nepal. Zal ook wel niet veel zijn. 

 

         

Jalan Guilia

 

Britse koloniale gebouwen

   
   

 

     

 

 


   

Penang, Bangkok, dinsdag 19 juli

Om een uur of acht ga ik een ontbijtje halen. Een prachtig Chinees hotel, Yeng Keng, in Lebuh Guilia biedt ook niet hotelgasten de mogelijkheid om van het uitgebreide ontbijtbuffet gebruik te maken. Dat kost 20 ringit (5 euro) maar dan mag je ook onbeperkt te keer gaan. Ik maak alleen gebruik van koffie, het chinese buffet en het fruit. Terug naar het hostel waar Johan ernstig kampt met een slaapgebrek en wat roestig spijkers in het hoofd. Dat zal van het vele eten komen denk ik. De lunch gebruik ik in de Boeddhistische tempel verderop in de Jalan Love Lane. Ik word naar binnen gelokt om met hen de maaltijd te gebruiken. Het is een Chinees/Tibetaanse Boeddhistische tempel. De maaltijd is vegatarisch maar heel erg smakelijk en zelfs spicey/pedis. Mijn gastheer legt dat uit. Er worden ook Indiase kruiden gebruikt, Maleisie is immers multi-cultureel. We worden door de dame van het hostel naar het vliegveld gebracht in haar prive auto. Onderweg aan de praat. Zij bevestigt het verhaal over de arbeidscontractanten die feitelijk alleen tegen kost en inwoning werken. Soort slavernij dus. Zij zelf is in loondienst en verdient behoorlijk. Omgerekend ongeveer 400 euro. Ze woont nog bij haar vader thuis. Ze is niet getrouwd (en 40 jaar oud) maar heeft wel een vriend. Ze denkt niet dat ze met die vriend gaat trouwen. Maar wil je dan wel trouwen als je iemand anders tegen komt? Ze denkt van wel. Vliegtuig is op tijd; op naar Bangkok.

In Bangkok met de nieuwe airport trein naar de stad, overstappen op de skytrain, nog een keertje overstappen en het laatste stukje met de taxi. Het hostel, The Overstay, is een belevenis. Het is waarschijnlijk geweest zoals op de website te zien is. Maar dan wel een hele tijd geleden. We worden ontvangen door een enthousiaste Ghanees die ons de kamer wijst. Gebrek aan ruimte is er niet, de kamer heeft de omvang van een klaslokaal.

 

 

         

De hal Overstay boven

 

Andere hoek

   

 

En de kamer

 

Ben met haar moeder

Eerst maar eens een hapje gaan eten. Dat wordt uiteraard een straatrestaurant. Tafeltjes op de stoep met plastic krukjes, net als overal. Het is een familiezaak. Moeder, dochter, zoon en nog een tante. De dochter is heel bijzonder; een heel lief en niet onknap meisje dat licht spastisch is. Ze loopt niet makkelijk, is heel slecht te verstaan maar is zo ongelooflijk vrolijk! We komen er niet meer weg. Eigenlijk hoeft dat ook niet. Uiteindelijk komt ook het familie album op tafel dat we samen met moeder en dochter doornemen. Waar bewaar je een familiealbum als je straatkeuken hebt? Naar de WC is een avontuur. Zoonlief loopt mee naar de wijk erachter en dan slaat hij een gang in en ergens halverwege is onder een trap een WC. En nog schoon ook. We gaan de foto’s die gemaakt zijn printen en vanavond brengen. 

     

Mama Ben, WW en Ben

   

 

Oma der ook nog bij

 

 

 

Johan met Ben en haar broertje 

 

Bangkok, woensdag 20 en donderdag 21 juli 2011

 

Mijn notebooktas in reparatie

De gebruikelijke dingen in Bangkok. Lekker sjouwen en heerlijk eten. De eerste dag rondgedwaald in Panzit plaza, de electronica mall van Bangkok. Geen dure dingen gekocht, wel wat kabeltjes en zo. De prijzen zijn niet echt dramatisch lager dan ik Nederland. De fotoos worden in een printshop prachtig afgedrukt op A4. Ze worden zelf enigszins bewerkt met Photoshop  en dat allemaal voor een habekrats en 1000 glimlachen. Fijne mensen. De foto's maken veel indruk die avond Benmas en haar moeder lopen er de halve straat mee af. Tussendoor zorgen ze voor Khao Pad (nasi goreng) en koud Leo bier. Redelijk op tijd naar het 100 meter verderop liggende hostel. Daar zijn drie discjockeys met een hele rij apparatuur een feest aan het bedienen. Een feest dat er niet is want de bardame is de enige aanwezige. Ondanks uitnodigende blikken zullen wij het feest niet bijwonen.

Over feest gesproken. Donderdag avond voor het eten even een afzakkertje gaan halen in Rambuttri straat bij een bar waar ze altijd life muziek heben en waar hele goede muzikanten spelen. De groep gasten zwelt mooi aan. Een Franse dame, een Duitse dame, een Canadees stel, een Nederlandse man met zijn twee zoons, een Nederlands echtpaar, twee Nederlandse jongens en een supergekke Brit die helemaal uit zijn dak gaat. Hij woont in Bangkok jn 23 jarige Thaise vriendin (zal ook eens niet) en verdient de kost met het geven van Engels en vangt daar 44.000 Bath (ruim 1000 euro)  per maand mee. En dat is hier heel goed. Er dansen steeds meer mensen met ons mee en de muzikanten worden steeds enthousiaster. Ik sta denk ik wel op 100 foto's en films. Hoe laat het is geworden weet ik niet meer; vroeg denk ik.   

 

         

Een van de muzikanten

 

De bediening

   

 

 

   

 

     


 


 


 

Bangkok, Chiangmai, vrijdag 22 juli 2011

Beetje laat geworden gisteravond dus. Aanvankelijk was ik van plan om met de bus naar Chiangmai te reizen maar dan had ik de bus van 9 uur moeten pakken om het begin van de avond aan te komen. En dus echt vroeg op pad. Laat maar dus. Ik ga maar vliegen. Air Asia vliegt niet meer in de middag naar Chiangmai, alleen in de morgen 2 vluchten en 2 in de avond. Dan maar eens vragen bij Thai Airways, niet bepaald een lowcost airline. Maar kijk, om 15:00 een vlucht naar Chiangmai voor 2160 bathjes, zo'n 45 euries. En eten en drinken voor nop. Eerst simmetje kopen voor internet op de telefoon. Handig om met google maps de weg te vinden. Saithong guesthouse is erg leuk. Midden in de oude stad van Chiangmai aan een Soi (zijstraatje). Ik zit lekker in de tuin met een kopje koffie erbij en het weer is heerlijk. Is nu aan het schemeren. Straks maar eens de stad in om wat te gaan eten. 

Chiangmai, zaterdag 23 en zondag 24 juli 2011

Voor wie het weten wil, Chiangmai is een honderden jaren oude stad met gedeeltelijk nog stadsmuren en een gracht om de stad. Geliefd voor feesten en partijen want alles dat je in Bangkok hebt, is hier ook maar dan op een beloopbaar oppervlak. In Thailand hebben de grote wegen meestal wel een naam. De zijwegen dragen dezelfde naam maar heten dan Soi met een nummer. Dus Soi 4 is zoiets als de vierde zijstraat van die en die straat. In de oude stad van Chiangmai zijn die Soi's vaak een oase van rust.Idyllische plekjes met mooie huizen en tuinen. En van de drukke stad hoor je niets meer. Een beetje te vergelijken met de 19 eeuwse bouwblokken die wij kennen; aan de voorkant drukte, aan de achterzijde de stilte van het bos. De oude stad is (alweer) voorspelbaar alshet om mensen gaat. Mijn guesthouse ligt vlak bij de Oostelijke poort en daar zitten veel toeristen. Verderop bij de Zuid poort zijn ze verdwenen en kun je op een marktje voor weinig heerlijk eten. Ik eet een pannekoek/omelet van eiseren,bloem, zeevruchten en taugeh. Lekker. Aparte combinatie. Later hoor ik dat het een nationaal gerecht is. En een fiets gehuurd, dat is echt lekker. De hele stad rond getoerd.

Zondagmorgen de bus gepakt van Chiangmai naar Chiangrai waar ik een paar dagen bij Ton en Muk ga logeren. De bus was nog geen kwartier onderweg of bij een kruispunt reed de bus een halve voorkant van een SUV er af. Ik voelde het gebeuren en keek meteen; de grote auto met kleine chauffeur had best wat minder opdringerig mogen doen en de bus had best welwat beter kunnen kijken. Enfin, opschudding dus. Het hele front van de SUV zat stevig klem in het achterspatbord van de bus. Na een kwartier werden we gezegd dat de bus niet verder ging maar dat er een vervangende bus zou komen. En zo geschiedde het. De busrit zelf is prachtig, door de bergen ten Noord-Oosten van Chiangmai. Lekker zitten hang-suffen.

Chiangrai, maandag 25 juli

In Chuangrai de reis afgemaakt; geslapen bij Ton en Muk, gegeten bij en met Ton en Muk, gegeten en gedronken met Pim en Ria. Nightbazar, biertje en nog wat eten.

Paar dagen gewoon weer hetzelfde in Bangkok. Eten met Cincy en Johan die van hun verregende eiland naar Bangkok zijn gevlucht. Uiteindelijk 3 augustus via Londen weer naar Amsterdam. 

Het was goed!